Signalen Symptomen

Signalen en symptomen

Je kunt je zorgen maken over je kind. Misschien vermoed je dat jouw kind middelen gebruikt. Op deze pagina lees je welke signalen je kunt zien bij je kind. Let op: Zie je signalen bij je kind? Benoem dan bij je kind wat je concreet ziet. Verdenk je kind niet meteen van alcohol of drugsgebruik. Het kunnen ook signalen van iets anders zijn.

Wat kun je zien aan het uiterlijk?

Heeft je kind alcohol of andere drugs gebruikt? Dan kun je dat mogelijk zien aan het uiterlijk. Onderstaand een aantal symptomen die je kunt merken:

  • Rode ogen
  • Hangende ogen
  • Wijd openstaande ogen
  • Rollende ogen
  • Grote pupillen
  • Extreem kleine pupillen
  • Er bleek uitzien
  • Strakgespannen kaak

Wat kun je merken aan emoties en aan gedrag?

  • Je kind is aanweziger en prateriger
  • Je kind is onrustig
  • Je kind is juist slomer
  • Je kind heeft stemmingswisselingen die snel om slaan
  • Wisselingen in focus en concentratie
  • Je kind isoleert zich: je krijgt de indruk dat hij/zij jou niet wil spreken
  • Je kind is vaak vermoeid
  • Je hebt het idee dat je kind liegt
  • Veranderingen in eetgedrag: meer of juist minder eten

Waar kan je middelengebruik nog meer aan herkennen?

Vermoed je dat je kind middelen gebruikt? Je kind hoeft dan nog niet een verslaving te hebben. Er zijn namelijk verschillende fases van gebruik. Hierover lees je hier meer. Onderstaand lees je over de signalen bij gewoonte gebruik en problematisch gebruik.

1. Gewoontegebruik

Bij gewoontegebruik merk je dat een kind vaker een middel gebruikt, zoals alcohol, nicotine of andere drugs. Het gebruik levert nog geen grote problemen op. Toch zijn er enkele tekenen dat het kind zich anders gaat gedragen. Deze signalen kunnen wijzen op gewoontegebruik:

  • Andere vrienden: Het kind krijgt nieuwe vrienden die ook weleens middelen gebruiken.
  • Minder interesse in hobby’s: Het kind verliest wat interesse in sporten, school, of andere activiteiten, maar doet hier nog wel aan mee.
  • Vraagt vaker geld: Het kind vraagt soms om geld zonder duidelijke reden, of er verdwijnen kleine spullen in huis.
  • Soms prikkelbaar: Het kind kan wat prikkelbaarder zijn, zoals sneller boos of geïrriteerd, maar zonder grote uitbarstingen.
  • Geheimzinnig gedrag: Het kind vertelt minder over wat het doet en is vaker alleen.
  • Lichte lichamelijke veranderingen: Soms heeft het kind rode ogen, is het moe, of heeft het een slechte adem.
  • Problemen met school of werk: Het kind doet wat minder zijn best op school of werk, zoals minder concentratie, af en toe spijbelen of minder inzet.

In deze fase gebruikt het kind het middel regelmatig. Maar het kind kan vaak nog wel controle houden. Toch zie je dat het gedrag en de prestaties al iets beginnen te veranderen.

2. Problematisch gebruik

Bij problematisch gebruik is het middel erg belangrijk geworden in het leven van het kind. Het middel zorgt voor steeds grotere problemen. Hier zijn de signalen van problematisch gebruik:

  • Terugtrekking: Het kind is veel minder met vrienden of familie samen en trekt zich terug uit sociale contacten.
  • Geen interesse meer in school of hobby’s: Het kind presteert veel slechter op school, spijbelt vaak en komt in problemen met leraren.
  • Geldproblemen of diefstal: Het kind vraagt vaak om geld of er verdwijnen waardevolle spullen uit huis.
  • Leugens en geheimen: Het kind is heel geheimzinnig en liegt om het gebruik te verbergen.
  • Ernstige lichamelijke problemen: Het kind heeft bijvoorbeeld veel gewichtsverlies, is vaak erg moe, of heeft ademhalingsproblemen.
  • Hevige stemmingswisselingen: Het kind kan heel boos of verdrietig worden, en heeft sterke stemmingswisselingen.
  • Problemen met de politie of schoolregels: Het kind kan in aanraking komen met de politie of wordt geschorst van school.
  • Verwaarlozing van hygiëne en gezondheid: Het kind besteedt weinig tot geen aandacht meer aan persoonlijke hygiëne en gezondheid.

Bij problematisch gebruik is het middel het belangrijkste geworden in het leven van het kind. Dit heeft grote gevolgen voor de gezondheid, schoolprestaties, en relaties. Het is dan belangrijk om hulp in te schakelen.

Twijfel je aan de signalen?

Heb je vermoedens van middelengebruik en weet je niet wat je kunt doen? Jellinek Preventie denkt graag met je mee. Bel 088 505 1220 voor de Jellinek advieslijn en stel je vraag.