Drugs, in de Nederlandse betekenis, kunnen grofweg in drie soorten ingedeeld worden:
- Downers, ofwel verdovende middelen. Hieronder vallen alcohol, slaap- en kalmeringsmiddelen, opium, morfine, heroïne en GHB. Ook hasj wordt meestal gebruikt vanwege de ontspannende werking.
- Uppers, ofwel stimulerende middelen. Hieronder vallen cafeïne, nicotine, MDMA (xtc), cocaïne, 4-FA en speed.
- Trippers, ofwel waarnemingsveranderende middelen: drugs die de zintuiglijke waarneming veranderen. Voorbeelden hiervan zijn; paddo's/truffels, lsd, ketamine en bij een sterke of grote hoeveelheid, hasj en wiet.
Drugs met meerdere effecten
Sommige drugs zijn wat moeilijk in te delen omdat ze meerdere effecten hebben. Hasj wordt meestal vanwege de ontspannende werking gebruikt maar kan ook de waarneming veranderen. Ook MDMA (xtc) heeft meerdere effecten; het is zowel stimulerend als waarnemingsveranderend.Onderscheid met medicijnen
Mensen die drugs gebruiken willen de effecten die die drug geeft ervaren in een niet-medische context. Daarin onderscheiden drugs zich van medicijnen. Sommige medicijnen werken ook op het bewustzijn, zoals medicijnen tegen epilepsie, maar worden niet om die reden ingenomen. Het effect op het bewustzijn wordt dan ervaren als een bijwerking. Van drugs wordt gesproken als men gaat gebruiken met de bedoeling om het niet-medische effect ervan te ervaren.Papaverveld. De papaverbol bevat ruwe opium, een verdovende drug.
Versie: juni 2020